Kun jij nog genieten?

Gepubliceerd op 7 mei 2020 om 14:58

 

“Kun jij nog genieten?”, vraagt een vriendin me plotseling, terwijl we samen een wandeling maken in het bos.

De vriendin heeft het al een hele tijd knap lastig. Toch blijft ze er heel moedig voor gaan, steeds op zoek naar oplossingen om alles vlotter te laten verlopen.

 

Even moet ik denken voordat mijn antwoord komt: “mjaaaa, ik kan wel nog genieten.” Al klinkt het misschien niet zo overtuigd. Zeker niet aangezien ik er meteen aan toevoeg dat ik eigenlijk wel op zoek ben naar meer activiteiten om van te kunnen genieten. Nu er bij mij toch ‘t één en ’t ander van ontspanning weggevallen is wegens gezondheidsperikelen...

 

“Zomaar in de zon gaan liggen en een boek lezen, dat is wat ik nu ’t liefst van al zou doen,” vervolgde de vriendin. “Maar dat doe ik dus niet, he. Ik blijf maar bezig en bezig...”

 

Een tijd later kom ik thuis. En voel ik me geïnspireerd door de woorden van de vriendin. Besef ik plotseling dat alle ingrediënten aanwezig zijn, hier en nu. Er is een boek, waar ik al een tijdje in aan ’t ploeteren ben. Niet boeiend genoeg om in één ruk uit te lezen. Wel interessant genoeg om in verder te lezen, zeker met het oog op mijn avondlezing over opvoeden binnenkort. Er is een ligstoel die zelfs helemaal poezenvrij is. Er is tijd. Eindelijk zo’n uurtje helemaal voor mezelf. Voor ’t eerst deze week.  Zonder zieke zoon die niet naar school kan en dus beslag op me legt. Zonder studerende dochter die examens moet voorbereiden en stress mee naar huis brengt. En misschien nog het allerbelangrijkst... er is zon. Niet zomaar zon. Een waarlijk heerlijke lentezon. De allereerste lentezon van het jaar... 

 

Ik besluit ervoor voor te gaan. Kousen uit, broek omhoog, trui uit, zonnebril op, kussentje nemen voor in de rug, boek, fluostift...  en hop, die beentjes omhoog. Liggen in de ligstoel. Het boek en ik. En tijd... lekker veel tijd...  Uitgestrekt voor me...

 

Ik lees een mooi stukje in m’n boek. Zo’n stukje waar ik met een glimlach op m’n gezicht even over na wil denken. Net op dat moment zie ik vanuit een ooghoek hoe de twee ‘huis’-sperwers vanuit het bos van de buren vertrekken om op te stijgen. Hoe majestueus ze hun vleugels opensperren. Hoe zelfverzekerd ze de boom achter zich laten. Hoe ze zich met een sprongetje toevertrouwen aan de lucht. Eén na één. Hup en nog eens hup.

 

Even overweeg ik om binnen m’n fototoestel te gaan halen. Voor het geval dat ze straks laag over mij zouden vliegen. Zodat ik dat beeld op de gevoelige plaat vast zou kunnen leggen. Maar ik kies ervoor te blijven liggen. Om de magie niet te doorbreken.

Ik lees een stukje verder in het boek. Weer een stukje waar ik vrolijk van word. Omdat het klopt. Dàt is de manier waarop een ouder met z’n kinderen om zou moeten gaan. Mooi geschreven. Wanneer ik opnieuw even opkijk, zie ik een koolwitje. Niet bijzonder als vlinder, natuurlijk. Maar wel het eerste koolwitje van het jaar. Na de vele citroentjes die ik al rond zag fladderen en die mij stuk voor stuk blij maakten. En ja, iets verder zijn nog twee vlinders aan het dollen. Hun onderkant is alvast donker, dus het is weerom een ‘nieuwe’ soort. Nieuw voor dit jaar althans. Helaas verdwijnen ze even snel als ze gekomen zijn. Laten ze zich nadien niet meer zien. Willen ze me niet verklappen tot welke soort ze behoren...

 

“Kun jij nog genieten?” hoor ik m’n vriendin opnieuw vragen in m’n hoofd. En nu weet ik het meteen. Ja, ik kan zeker nog genieten. Absoluut. Zomaar liggen in m’n ligstoel, helemaal alleen, met de geluiden van de natuur rondom me. Met de bomen, de bloemen, de vogels en de vlinders. Met een inspirerend boek. Dàt is voor mij genieten.

Op exact hetzelfde moment schieten mijn hersens terug in actie. Begin ik te bedenken wat nog beter zou kunnen hier en nu. Hoor ik het geluid van voorbijrazende auto’s. Voel ik dat m’n benen te warm krijgen in die lange donkere broek. Bedenk ik dat de opstijgende sperwers helemaal niet meer boven m’n hoofd gevlogen zijn. Zoemt er een vlieg naast me. Voel ik opnieuw m’n pijnlijke spieren. En beslis ik uiteindelijk om toch maar op te staan om een korte broek aan te trekken. Hiermee tegemoet komend aan de aanbeveling van mijn voedingsdeskundige om naast het slikken van vitamine D-supplementen ook zoveel mogelijk te profiteren van de zon wanneer ze schijnt. Liefst met zoveel mogelijk lichaamsoppervlakte  ontbloot...

 

Ik hoor de sperwers, maar ik zie ze niet. Onmiskenbaar hun roep. Zij willen zich echter niet meer laten betrappen vandaag... Ook niet als ik naar boven tuur en het luchtruim afspeur.  

 

“Sta jij soms stil bij de zinloosheid van het bestaan?”, vroeg een andere vriendin me begin deze week. Waarop we een beetje een gek, maar uniek gesprek hadden over de koeien in de wei. En over echt graag doen wat je doet...

 

Ik vlei me terug neer in de ligstoel. Met blote benen en een ontblote buik. Het vlaagje wind zorgt even voor een koude rilling, maar de warmte van de zon overwint.

Beide vragen van beide vriendinnen spoken door m’n hoofd.

Ik voel hoe de stralen van de zon strelen over m’n huid.

En dan komt opeens het besef...

 

Genieten moet je gewoon doen.

Want het stopt meteen als je erover begint na te denken.

 

Net zoals je de zin van het bestaan nooit kunt vatten wanneer je het enkel probeert met je hoofd...

 

 

 

Tijd om terug naar binnen te gaan.

Maar niet zonder eerst enkele foto’s te trekken van één van de twee sperwers. Die nu wel uitgebreid de tijd neemt om rondjes te zweven... 

Pal boven m’n hoofd...

Als dat niet genieten is!


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.